Waarom een geldig niet-concurrentiebeding niet altijd uitwerking heeft

In je arbeidsovereenkomst staat een geldig niet-concurrentiebeding. Moet je dat dan sowieso respecteren als er een einde komt aan je arbeidsovereenkomst of zijn er gevallen waarin dat geen uitwerking heeft?

Indien je in dienst wil treden bij een concurrent van je (ex-)werkgever en er in je arbeidsovereenkomst een niet-concurrentiebeding staat vraag je je allicht af of dat beding de indiensttreding verhindert.

Niet altijd uitwerking

In eerste instantie is het van belang na te kijken of het niet-concurrentiebeding wel geldig is. Zo moet een niet-concurrentiebeding om geldig te zijn voldoen aan strikte voorwaarden (zo onder andere op het vlak van je loon, de duur van de clausule, enzovoort).

Maar zelfs als het beding geldig is, heeft het nog niet zomaar uitwerking. Zo heeft het geen uitwerking als je arbeidsovereenkomst binnen de zes maanden na de indiensttreding eindigt. Hetzelfde geldt als je werkgever je arbeidsovereenkomst beëindigt zonder een dringende reden of als jij de arbeidsovereenkomst stopt om een dringende reden in hoofde van je werkgever.

Onderling akkoord

Eindigt je arbeidsovereenkomst in onderling akkoord tussen jou en je werkgever dan heeft het niet-concurrentiebeding integendeel wel uitwerking en moet je het respecteren. Iets anders wordt het als je ex-werkgever afstand deed van het niet-concurrentiebeding of als je met hem een expliciet akkoord sloot dat hij er niet op stond dat je het niet-concurrentiebeding toch zou naleven.

Andere regel

Van de voorgaande regels kan worden afgeweken in ondernemingen die een internationaal activiteitsveld hebben of die belangrijke economische, technische of financiële belangen hebben op de internationale markten. Hetzelfde geldt voor ondernemingen die beschikken over een eigen dienst van onderzoek. Deze afwijking geldt dan ten aanzien van bedienden die zijn tewerkgesteld aan werken die hen rechtstreeks of onrechtstreeks toelaten kennis te verkrijgen van praktijken die eigen zijn aan de onderneming en waarvan het benutten van die kennis buiten de onderneming nadelig kan zijn voor de werkgever.

Meer bepaald kan daar het niet-concurrentiebeding eventueel wel uitwerking hebben bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst gedurende de eerste zes maanden of zelfs bij beëindiging door de werkgever zonder dringende reden.

Jan Roodhooft, advocaat