Feit of fabel: bruto meer verdienen en netto toch minder overhouden?

Zonet opslag gekregen en toch niet zeker of meer (bruto) dan wel echt meer (netto) is? Geen nood, wij leggen het je graag even uit.

Kan je bruto meer verdienen en toch netto minder overhouden? Welnu, er is de zogenaamde promotieval. Verdien je vandaag het minimumloon (1.600 euro bruto) dan zit je goed. Er wordt nauwelijks 6 procent van je loon afgehouden. Stel dat je baas je vervolgens opslag wil geven voor puik werk en daar 1.000 euro bijkomt. Dan word je op die bijkomende 1.000 euro meteen 75% belast. Dat betekent dat je van die 1.000 euro bruto nauwelijks 250 euro zal overhouden.

Meer is niet altijd echt meer

Maar goed, als je meer of veel verdient, draag je toch ook systematisch meer af? Niet noodzakelijk. Het Belgische verloningssysteem zorgt er vandaag immers voor dat diegenen met de laagste lonen bij een loonsverhoging systematisch het meest moeten bijpassen voor Vadertje Staat. Bovendien geniet je met een lager inkomen van heel wat voordelen die niet of nauwelijks worden belast: sociaal tarief voor energie, studietoelagen, bijkomende tegemoetkoming van het ziekenfonds, aanvullende kinderbijslag… Kom je in een hogere inkomensschijf terecht dat dreig je niet enkel die voordelen kwijt te raken. Je zal bovendien ook sterker belast worden op je loon.

Totaalplaatje

Het is dus cruciaal dat je bij een verhoging het totaalplaatje bekijkt. Belangrijk in die optiek is dat je je niet blind staart op je loonstrookje alleen. Anders kom je al snel in een loonstraatje zonder einde. Je verdient immers steeds meer en je wordt vervolgens ook steeds meer belast. Je kan het echter ook slim(mer) spelen en je baas vragen om jouw verhoging te voldoen via bijvoorbeeld extralegale voordelen. Dat kan zijn: een grotere bedrijfswagen, groepsverzekering, een loonbonus of winstpremie. Op die manier kan je mogelijk wel de voordelen behouden die je hebt in functie van je inkomensschijf. Conclusie: is bruto meer verdienen, altijd meer netto overhouden? Ja, dat is zo. De vraag is echter steeds hoeveel of hoe weinig en wat je er in totaliteit mee opschiet of inschiet. Aan jou om de berekening te maken.

Pascal Dewulf