5 bijkomende taken die je voortaan als zorgkundige mag uitvoeren

Als zorgkundige mag je een aantal wettelijk aangegeven taken uitvoeren bij een patiënt. Deze lijst werd vorig jaar uitgebreid met vijf bijkomende zaken. Wat moet je daarvan weten? En welke opleiding moet je daarvoor volgen?

Sinds kort mogen zorgkundigen meer zorgen toedienen bij patiënten als een verpleegkundige hen dat vraagt. Op die manier krijgen ze meer verantwoordelijkheid, wordt het beroep van zorgkundige interessanter en krijgen verpleegkundigen tijd vrij om hun meer gespecialiseerde kennis en kunde in te zetten voor de patiënt.

Waarover gaat het?

Vroeger bestond er een lijst met daarop 18 verpleegkundige handelingen die je als zorgkundige na delegatie door een verpleegkundige mocht uitvoeren. Sinds 1 september 2019 is die lijst aangevuld met vijf bijkomende handelingen.

Zo mag je als zorgkundige sinds dan ook parameters van de patiënt meten (zoals de suikerspiegel of de bloeddruk), medicatie toedienen die is voorbereid door een verpleegkundige of een apotheker (met uitzondering van verdovende middelen) en mag je vocht en voeding oraal toedienen. Verder is het voortaan ook toegelaten fecalomen (verharde stukjes stoelgang) manueel te verwijderen en verbanden en kousen ter preventie en/of behandeling van veneuze aandoeningen te verwijderen en opnieuw aan te brengen.

Een volledig overzicht van de taken die je als zorgkundige mag verrichten vind je hier.

Bijkomende opleiding

Om die bijkomende handelingen en taken te mogen uitvoeren moet je wel een bijkomende opleiding volgen. Ben je al afgestudeerd, dan moet je 150 uur extra vorming volgen. De helft van deze uren kunnen daarbij worden ingevuld met een praktijkstage.

Voor wie nog niet afgestudeerd is, maar kiest voor een opleiding tot zorgkundige is er geen extra opleiding nodig. De opleiding werd aangepast zodat zorgkundigen die in de toekomst afstuderen meteen zullen beschikken over de nieuwe vaardigheden.

Jan Roodhooft, advocaat