Meer dan één beroep op de drie is een knelpuntberoep

De lijst met knelpuntberoepen is opnieuw langer geworden. De lijst van 2023 telt 234 beroepen of 27 meer dan in 2022. Hierdoor is meer dan een op de drie (36 procent) beroepen in Vlaanderen een knelpuntberoep. Een van de nieuwkomers is maatschappelijk werker, zo melden arbeidsbemiddelaar VDAB en Vlaams minister van Werk en Economie Jo Brouns (CD&V).

De knelpuntberoepen zijn beroepen waarvoor werkgevers (nog) moeilijker geschikte werknemers vinden om de vacatures in te vullen. De meeste beroepen in de ’top tien’ stonden daar vorig jaar al in, met de verpleegkundige nog steeds op stek één. Ook technische functies zijn moeilijk in te vullen: ze nemen de helft van de top tien in.

Bodemonderzoekers

Op twee staat werfleider, gevolgd door technicus industriële installaties. Schoonmaken bij mensen thuis en bestuurder trekker-oplegger vervolledigen de top vijf. Medewerker in de fruitteelt (8) en boekhouder: accountant – belastingadviseur (9) stonden vorig jaar niet in de top tien. Voorts zijn verderop de lijst ‘vaste waarden’ te vinden als ICT-profielen, horecapersoneel, begeleider kinderopvang en slager.

En dan de nieuwkomers in de lijst. Het gaat onder meer om maatschappelijk werker, hotelreceptionist en podiumtechnicus. Ook nieuwe bodemonderzoekers zijn schaars, net als medewerkers uitvaartdiensten of keukenmedewerkers. Voorts zijn onder meer de trein- en metrobestuurder, heftruckchauffeur, diamantbewerker, slachter, winkelmedewerker en installateur liften nieuwkomers, net als de supportmedewerker ICT.

Vergrijzing

De belangrijkste oorzaak van de arbeidsmarktkrapte blijft de vergrijzing van de bevolking. Werknemers die met pensioen gaan, moeten vervangen worden, terwijl bedrijven ook willen uitbreiden. Zeker in de gezondheids- en welzijnssector is de vergrijzing een probleem. Anders gesteld: de uitstroom van gepensioneerden is groter dan de instroom van nieuwe arbeidskrachten.

Voorts blijven nog de gevolgen van de coronamaatregelen voelbaar. Sectoren die tijdelijk moesten sluiten, kennen grote, of nog grotere, aanwervingsproblemen. Tijdelijk werkloze werknemers kozen soms voor meer zekerheid bij een ander beroep of sector. Denk onder meer aan het horecapersoneel en nieuwkomers hotelreceptionist en podiumtechnicus.

Knelpuntvacatures

In 2018 stonden er 158 knelpuntberoepen op de lijst. Het cijfer zit dus duidelijk in de lift, op min of meer een stabilisering in coronajaar 2021 na. De stijging vertaalt zich ook in het aandeel van de knelpuntvacatures in het totale aantal vacatures. Voor 2023 gaat het om 72 procent, terwijl dit in 2018 nog maar 54 procent was.

“We bevinden ons in een echte knelpunteconomie. Dankzij de knelpuntberoepenlijst zijn we in staat prioriteiten te bepalen en kunnen we een gerichte aanpak uitwerken om de vacatures in deze beroepen in te vullen”, dixit minister Brouns.

Uitdagingen

De “uitdagingen zijn bijzonder groot”, zei Broens ook bij de voorstelling van de knelpuntberoepenlijst in een Brusselse school. Ondanks de economische dip die er momenteel is, “zien we structurele uitdagingen voor ons”. De minister wees op het belang van onder meer activeren van werkzoekenden, leren op de werkvloer en voortdurend bijscholen. Broens reikte in het Sint-Guido-Instituut het diploma uit aan enkele afgestudeerden van de opleiding verpleegkunde in het hoger beroepsonderwijs.

Knelpuntopleidingen

Van oktober 2021 tot en met september 2022 volgden 16.940 werkzoekenden alvast een knelpuntopleiding via de VDAB. Ze volgden samen in totaal 27.439 knelpuntopleidingen. Werkzoekenden kunnen deze opleiding voor een knelpuntberoep gratis volgen, met behoud van hun uitkering en tussenkomst voor onkosten voor vervoer en kinderopvang.

VDAB-CEO Wim Adriaens onderstreepte voorts dat 86 procent van de werkzoekenden laaggeschoold is of een taalproblematiek heeft of ouder is etc. De werkgevers moeten daarom ook openstaan voor een nieuw, diverser publiek. Adriaens vraagt de werkgevers bij aanwervingen een ruime blik te hanteren en “de lat niet te hoog te leggen en mensen kansen te geven.”

Belga