Zo tref je een regeling met je ex-werkgever

Je hebt een discussie met je ex-werkgever over je opzegvergoeding of over andere bedragen die hij je nog moet betalen. Als je er uiteindelijk onderling uitgeraakt, kan je een dading afsluiten. Wat betekent dat precies en hoe ga je te werk?

Als je het niet eens bent met je ex-werkgever over wat die je nog moet betalen, hoeft dat niet noodzakelijk te eindigen in een procedure. Je kan ook een regeling met elkaar treffen waarin beide partijen zich kunnen vinden. Dat kan zelfs nog als de zaak al aanhangig is voor de rechtbank.

Een dading afsluiten

Je kan met je ex-werkgever een zogenaamde dading afsluiten. Dat is een overeenkomst waarmee je het geschil regelt. Hierbij kom je dan bijvoorbeeld overeen dat je werkgever je een zeker bedrag betaalt waarmee je genoegen kan nemen (ook al is dat niet het hele bedrag dat je vroeg). In zo’n dading wordt meteen ook bepaald dat de partijen afstand doen van hun overige vorderingen op elkaar zodat het geschil definitief is geregeld. Door een dading te sluiten, wil men met andere woorden vermijden dat de zaak alsnog voor de rechter komt.

Wederzijdse toegevingen

Opdat een dading geldig zou zijn, moeten wederzijdse toegevingen worden gedaan. Toch betekent dit niet dat elkeen evenveel toegevingen moet doen. De toegevingen die je werkgever doet, mogen dus heel wat groter zijn dan diegene die je zelf doet. Zijn er geen toegevingen langs beide kanten, dan riskeer je dat de dading niet geldig is.

Zet op papier

Sluit je een dading af, zorg er dan voor dat die deftig op papier staat. Maak de overeenkomst op in evenveel originele exemplaren als er partijen zijn en schrijf erin dat elke partij verklaart een origineel exemplaar te hebben ontvangen. In de dading kan je vermelden wat het geschil juist inhield en wat de oplossing is die eraan wordt gegeven. Vermeld eveneens dat beide partijen toegevingen hebben gedaan (de juiste toegevingen moet je niet vermelden). Verder is het belangrijk aan te geven dat de dading wordt gesloten tot slot van alle rekening en dat partijen afstand doen van hun wederzijdse vorderingen.

Jan Roodhooft, advocaat