Dit veranderde er voor landingsbanen

Vanaf je vijfenvijftigste kon je tot begin 2015, mits een loopbaan van minimum 25 jaar, kiezen voor een zogenaamde landingsbaan tot aan je pensioenleeftijd. Daar is onder impuls van Michel I sinds 2015 echter verandering in gekomen. De strategie hierachter: we moeten met z’n allen tegen wil en dank langer aan het werk blijven.

Heel wat voordelen
Voor de wat oudere werknemers heeft een landingsbaan zo zijn voordelen. 55-plussers met een loopbaan van minimum 25 jaar kunnen vanaf dan immers halftijds of 4/5 werken met een hogere uitkering. Zo’n landingsbaan kan je uitoefenen tot aan je pensioenleeftijd en ze heeft bovendien geen impact op de berekening van je pensioen. Met andere woorden: het is alsof je voltijds aan de slag bent.

Van 55 naar 60
De regering Michel I heeft sinds begin dit jaar de toegangsleeftijd voor landingsbanen echter opgetrokken van 55 naar 60 jaar. Deze regering wil immers inzetten op een actief arbeidsbeleid, ook voor oudere werknemers. Opgelet, zat je al in een landingsbaan voor 1 januari 2015, dan blijft alles bij het oude. In dat geval hoef je je met andere woorden geen zorgen te maken. De nieuwe regeling geldt immers enkel voor nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2015. Vanaf die datum moet je immers 60 jaar zijn om in een landingsbaan te stappen. Uiteraard zijn er een aantal uitzonderingen. Landingsbanen in het kader van bijvoorbeeld een herstructureringsplan worden wel nog aanvaard aan 55 jaar op voorwaarde dat je werkgever kan aantonen dat daardoor minder werknemers op brugpensioen moeten. Landingsbanen voor zware beroepen blijven in 2015 eveneens mogelijk aan 55 jaar. Veel reden om te feesten is er echter niet voor de uitzonderingen. Ook voor hen wordt de instapleeftijd immers geleidelijk aan opgetrokken, vanaf 2015 telkens met een jaar, om zo in 2019 uit te komen op 60 jaar voor iedereen die in een landingsbaan wil stappen.

Pascal Dewulf