Rooie oortjes: fantaseer jij wel eens over je collega?

Meer dan een kwart van de Vlaamse werknemers heeft al eens erotisch gedroomd over een collega of leidinggevende(n). Mannen jonger dan dertig jaar spannen hier de kroon. Dat blijkt uit onderzoek van Deals.be onder 1.005 Vlamingen werkzaam in loondienst.

Maar liefst 27 procent van alle Vlamingen heeft weleens erotisch gedroomd over een collega of leidinggevende. Uit het onderzoek blijkt dat mannen (36%) veel vaker spannend dromen over collega’s dan hun vrouwelijke tegenhangers (17%). Mannen tot dertig jaar spannen met 41% de kroon.

Sexy geklede collega’s

Volgens een aanzienlijk gedeelte van ondervraagden horen naast intercollegiale relaties ook pikante kledingkeuzes niet thuis op de werkvloer. Maar liefst een op de drie Vlamingen zegt sexy geklede collega’s zelfs minder snel serieus te nemen. Opvallend genoeg zijn vrouwen (40%) hierin veel stelliger dan mannen (24%). Met 46 procent hebben vooral jonge Vlaamse vrouwen hun bedenkingen bij schaars geklede collega’s. “In de basis ben ik een voorstander van vrije kledingkeuze op de werkvloer. Soms komt het echter voor dat je iemand tegen zichzelf in bescherming moet nemen. Wanneer een bepaalde kledingstijl ten koste gaat van de geloofwaardigheid en professionaliteit van een medeweker, vind ik dat je als werkgever verplicht bent om hem of haar een spiegel voor te houden. Toegegeven: het is niet altijd leuk om te doen, maar vaak is de persoon in kwestie uiteindelijk dankbaar voor het gesprek”, vertelt Vince Franke van Deals.be.

Spannende gesprekken

Ook seksueel getinte conversaties zijn voor veel werknemers not done. Maar liefst 62 procent van alle werkende Vlamingen vindt de werkvloer geen geschikte plek om het over intimiteit te hebben. Vooral vrouwen hebben hier moeite mee (68%), terwijl het enkel voor 57% van de mannen een issue is. Ondanks dat twee op de drie Vlamingen het onder werktijd liever niet over seks hebben, zegt 22 procent van de ondervraagden op het werk vrijuit over de bloemetjes en de bijtjes te converseren.

Mieke Vercruijsse