Zo kan je vertrekken als je studentenjob je niet bevalt

Je vond een studentenjob voor een maand, maar stelt al na enkele uren vast dat dit echt niets voor jou is. Of je werkgever is onmogelijk om mee samen te werken. Kan je in dat geval nog onder het contract onderuit? Hoe ga je daarbij te werk?

Als je een ‘gewone’ arbeidsovereenkomst afsluit, bestaat er sinds enkele jaren geen proefperiode meer. Bij een studentenovereenkomst is dat nog wel het geval. Je beschikt daar dus nog altijd over de mogelijkheid om bijzonder snel een einde te maken aan het contract.

Wanneer kan je weg?

Bij een studentenovereenkomst is er een proefperiode die geldt van de eerste werkdag tot en met de derde werkdag (niet kalenderdag!) van het contract. Tijdens die periode kan je de overeenkomst van het ene moment op het andere beëindigen. Ben je bijvoorbeeld de tweede dag van je studentencontract aan het werk en bevalt het je echt niet, dan kan je dat aan je werkgever gaan zeggen en dadelijk de overeenkomst beëindigen. Je bent dan geen opzegtermijn verschuldigd en al evenmin een opzegvergoeding. Je werkgever moet je wel betalen voor de uren die je gewerkt hebt.

Weet dat je werkgever over dezelfde mogelijkheid beschikt. Hij kan tijdens de eerste drie werkdagen van je contract de overeenkomst eveneens zonder opzegtermijn en -vergoeding beëindigen. Dat kan hij bijvoorbeeld doen als hij niet tevreden van je is.

Hoe doe je dat?

Zorg er wel voor dat je een bewijs hebt dat je de overeenkomst tijdens de proefperiode beëindigde. Dat kan je doen door hem een brief af te geven en het dubbel voor ontvangst te laten tekenen. Wil je werkgever dat niet doen, stuur dan een aangetekende brief.

En als er geen proefperiode is overeengekomen?

Het kan zijn dat er in je studentenovereenkomst geen proefbeding is opgenomen. Dat is echter geen reden om je zorgen te maken. De proefperiode die geldt bij studentenovereenkomsten vloeit nu eenmaal voort uit de wet zelf. Dat betekent dan ook dat die proefperiode zelfs geldt als die niet expliciet in je arbeidsovereenkomst is vermeld.

Jan Roodhooft, advocaat