Deze vergoeding kan je vragen als je werkgever zich op een niet-concurrentiebeding beroept

Als er in je arbeidsovereenkomst een niet-concurrentiebeding staat, kan je wel eens een vergoeding vragen aan je werkgever als hij of zij daar bij het einde van de arbeidsovereenkomst geen afstand van doet. Wat moet je daarvan weten?

Mogelijk staat er in je arbeidsovereenkomst een niet-concurrentiebeding waardoor je wel eens beperkt wordt in je mogelijkheden om bij een concurrent te gaan werken. Maar wist je dat je daar soms een vergoeding voor kan vragen?

De regel

Opdat een niet-concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst van de meeste arbeiders en bedienden geldig zou zijn, moet dat aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet het onder meer in de betaling van een enige en forfaitaire compensatoire vergoeding door de werkgever voorzien wanneer hij, binnen 15 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst, niet afziet van de effectieve toepassing van het concurrentiebeding. De wet geeft ook een minimumbedrag aan van de vergoeding. Die moet namelijk minstens gelijk zijn aan de helft van het brutoloon van de werknemer, dat overeenstemt met de toepassingsduur van het beding.

Afstand

Je werkgever kan dus ontsnappen aan het moeten betalen van de vergoeding als hij binnen 15 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst afziet van de toepassing van de clausule. Het recht om afstand te doen is aan geen enkele bijzondere vormvoorwaarde onderworpen. Alleen zal je ex-werkgever bij een discussie naderhand moeten bewijzen dat hij afzag van de toepassing. Voorzichtige werkgevers zullen hiervoor dan ook een aangetekend schrijven sturen.

Handelsvertegenwoordiger

Ben je actief als handelsvertegenwoordiger en staat er een niet-concurrentiebeding in je arbeidsovereenkomst, dan geldt de voorgaande regel niet. Ook als je werkgever wil dat je het niet-concurrentiebeding (dat geldig is en ook uitwerking heeft) na het einde van je arbeidsovereenkomst respecteert moet hij je daarvoor geen vergoeding betalen.

Jan Roodhooft, advocaat