Waarom toegeven dat je fout zat naar je collega(‘s), goed voor jou is

Aan jouw collega’s bekennen dat je een uitschuiver hebt gemaakt? No way. Het verzwakt je positie binnen de pikorde, toch? Helemaal niet. Dit is waarom.

Kwetsbaar

Toegeven dat je fout zat, is geen teken van zwakte. Integendeel, het bewijst dat je zelfzeker bent en jezelf daardoor van je kwetsbare kant kan tonen. Maar er is meer, althans wanneer we de Amerikaanse organisatiepsycholoog Adam Grant mogen geloven. Hij schreef er zelfs een boek over, getiteld Think Again: The Power of Knowing What You Don’t Know. Volgens Grant kan het ietwat onbehaaglijk en persoonlijk aanvoelen wanneer je toegeeft dat je fout zat. Tegelijkertijd kan het echter ook een bevrijding zijn. Volgens Grant is toegeven dat je fout zat immers bijzonder waardevol. Doordat je toegeeft dat je het niet bij het rechte eind had, kan je gelijk veel meer open staan om er dan achter te komen wat wel werkt.

Klare wijn

Het boek Think Again: The Power of Knowing What You Don’t Know is dan ook een uitnodiging om klare wijn te schenken en ideeën, meningen of vooroordelen die je misschien had, telkens zo snel als mogelijk los te laten. Zelfvertrouwen komt volgens Grant immers niet voort uit het feit dat je altijd en overal gelijk hebt, maar wel doordat je je flexibel en veranderingsgezind opstelt naar je baas en collega’s. Sterker nog: een te groot vertrouwen in jezelf ondermijnt doorgaans je professionele realiteitszin. Daardoor ga je mogelijk andere mensen (collega’s) in de organisatie belemmeren om met betere ideeën te komen.

Kritisch voor jezelf

Bottom line: niet iets fout hebben doet er toe, wel iets fout gehad hebben. Je beging een blunder en hebt die rechtgezet door nieuwe inzichten, door open te staan naar anderen en vooral ook door kritisch te zijn voor jezelf. Daar kan je professioneel toch alleen maar beter van worden? En geef toe: wie wil er niet professioneel groeien?

Pascal Dewulf/foto Aida El Baradei