Heb jij ook last van het (professionele) grotsyndroom? Zo kom je ervan af

De kans dat ook jij na een jaartje coronapandemie in meer of mindere mate last hebt van het grotsyndroom is reëel. Met deze tips kom je er alvast snel weer vanaf.

Na meer dan een jaar in een coronabubbel te hebben geleefd, is het voor heel wat mensen moeilijk om weer over te gaan tot de orde de dag. Dat is normaal. Jezelf een jaar lang aan allerlei regels houden en tegelijkertijd in sociale afzondering leven, dat laat je niet ongemoeid.

Te snel

Gevolg is dat wanneer het leven van alledag plots weer zijn beloop neemt, dat voor veel mensen te snel gaat. Een beetje zoals wanneer je lang in het donker hebt gezeten, en je plots naar buiten in het zonlicht loopt. Je ogen moeten zich dan weer even aanpassen. Met de herstart richting ‘normaal’ is dat net hetzelfde. Alleen is met het grotsyndroom niet de overgang van donker naar licht het probleem. Wel de angst om de draad van het ‘oude’ leven weer op te nemen. Dat gaat voor heel wat mensen te snel. Logisch, wanneer je meer dan een jaar een compleet ander leven hebt geleid dan je gewoon was, is het geweer plots van schouder veranderen niet altijd even makkelijk.

Allerminst een verzinsel

Pedagoog Pedro De Bruyckere deed een bevraging bij 1.800 jongeren rond hoe zij het voorbije jaar hebben ervaren. Daaruit blijkt dat 4 op 10 jongeren last hebben van het grotsyndroom. Het grotsyndroom is dus allerminst een verzinsel. Maar goed, wat doen we eraan? Niet makkelijk om een eenduidig antwoord te formuleren. Jezelf over je angst heen zetten is erg belangrijk. Door het nieuws en alle andere info rond covid-19 lijken we immers ook in een soort van angstbubbel terecht te zijn gekomen. Bovendien is ons sociale leven tot quasi onbestaand herleid.

Op eigen tempo

We kunnen er weliswaar weer op uit, maar we durven niet echt. Terrasje doen, met vrienden afspreken, eropuit trekken: al die dingen moeten we opnieuw voor een stukje aanleren. Social distancing en alle andere regels blijven daarbij bovendien (voorlopig) van kracht. Het ‘oude’ normaal lijkt niet snel of zelfs niet meer terug te keren. Je zal je dus moeten aanpassen aan een veranderde realiteit. Doe dat echter op eigen tempo. Zaten je familie of vrienden al vanaf dag één weer op een terrasje en jij niet? So what. Neem je tijd en wen op je eigen tempo weer aan het leven van alledag. Kan je het allemaal niet zo goed plaatsen? Praat er dan met iemand over die je kan vertrouwen. Dat helpt. Weet dat je niet lang(er) meer opgesloten bent en weer naar buiten kan. Dat is vaak de beste remedie om van je angsten en frustraties af te komen. Vind je het echt leuker zoals je het nu hebt dan voordien? Ook daar is niets mis mee. Kies wat voor jou het best is, maar raak vooral niet geïsoleerd. Dat is op lange termijn immers niet goed voor je mentale gezondheid.

Pascal Dewulf