Nieuwe loongrenzen vanaf 1 januari 2022

Sommige clausules die in arbeidsovereenkomsten worden opgenomen, zijn maar geldig als je als werknemer een voldoende hoog loon hebt. De loongrenzen die daarbij spelen worden op 1 januari eerstkomende weer aangepast. Wat moet je daarvan weten?

Niet-concurrentiebeding

Opdat een niet-concurrentiebeding geldig zou zijn, moet het voldoen aan een aantal voorwaarden. Zo moet je onder andere als werknemer meer verdienen dan 36.785 euro. Is je jaarloon hoger dan 36.785, maar maximaal 73.571 euro dan is het niet-concurrentiebeding enkel toegelaten wanneer een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) werd gesloten die de functies aanduidt waarvoor een niet-concurrentiebeding kan worden toegepast.

Is je jaarloon hoger dan 73.571 euro dan is een niet-concurrentiebeding in principe toegelaten tenzij voor de functies die zijn uitgesloten bij een cao. Weet overigens dat er specifieke regels gelden voor wat betreft een niet-concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordigers.

Scholingsbeding

Ook een scholingsbeding moet aan strikte voorwaarden voldoen om geldig te zijn. Zo is een dergelijk beding niet toegelaten in je arbeidsovereenkomst als je jaarloon 36.785 euro niet overschrijdt. Weet wel dat er specifieke spelregels gelden voor arbeidsovereenkomsten die betrekking hebben op knelpuntberoepen.

Arbitragebeding

Ook bij een arbitragebeding is je loon belangrijk om te weten of het geldig is. Meer bepaald is een dergelijke bepaling in je arbeidsovereenkomst enkel toegelaten als je jaarloon hoger ligt dan 73.751 euro.

Hoe bekijken?

Om te weten of de loongrenzen in kwestie al dan niet bereikt zijn, moet je je brutojaarloon bekijken. Het gaat daarbij om je brutomaandloon vermenigvuldigd met 12 en vermeerderd met de eindejaarspremie, het variabele loon, het vakantiegeld en alle voordelen die in de arbeidsovereenkomst zijn vastgelegd. Heb je een veranderlijk loon, dan moet je rekening houden met de bedragen die betaald werden tijdens de laatste 12 maanden voor het moment waarvoor men de loongrens wil vaststellen.

Jan Roodhooft, advocaat