Woon-werkverkeer: auto blijft de kroon spannen

De auto blijft het populairste vervoersmiddel voor het woon-werkverkeer van Belgische werknemers uit de privésector. Dat blijkt uit de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstenverlener ACERTA. Opvallend is ook dat het percentage werknemers met een bedrijfswagen opnieuw stijgt. En hier zitten vrouwen dan voor iets tussen.

Hoewel we allemaal stilstaan bij duurzaamheid, blijft in 77,5 % van de woon-werkverplaatsingen de auto betrokken partij. Bijna 4 op de 5 stapt dus ’s morgens gezwind in de wagen om zich naar het werk te verplaatsen. 61,6% rijdt zelfs altijd met de auto naar het werk. Maar dat is bijlange niet bij iedereen zo, want heel wat werknemers kiezen voor een combinatie van vervoersvormen.

Combinatie van transportmodi populair

Steeds meer werknemers opteren ervoor om niet exclusief met de wagen de woon-werkverplaatsing te doen. Ze combineren dus verschillende manieren van transport. En deze combinatie blijft zelfs terrein winnen. Vooral auto en fiets blijkt een geslaagd duo. In 2019 combineerde 15% van de werknemers auto en fiets regelmatig. De omstandigheden bepalen of ze die dag met de wagen of met een ander vervoermiddel naar het werk zullen gaan.

Bijna 1 op de 3 werknemers geregeld met fiets naar het werk

Werknemers kiezen steeds meer om de fiets van stal te halen om zich naar en van het werk te bewegen. In 2019 koos 30,5 % van de werknemers geregeld voor de fiets, een stijging met 15,7% tegenover 2018. Die nieuwe stijging bevestigt de opmars van de fiets in het traject van en naar het werk, een opmars die al in 2011 begon. Het percentage werknemers dat enkel en alleen bij de fiets zweert, bedraagt 14,1%.

Stagnering van openbaar vervoer

Het openbaar vervoer stagneert verder, ook in 2019, met 8,3 % regelmatige gebruikers. Het aandeel van trein-tram-bus voor woon-werkverkeer blijft dus maar gering.

De bedrijfswagen stijgt opnieuw

Het percentage werknemers met een bedrijfswagen stijgt opnieuw. In 2018 reed 19,6% van de bedienden met een bedrijfswagen; in 2019 was dat toch weer 20,6%. Glenn Van Oevelen, Managing Consultant Legal van Acerta Consult, legt uit: “De toename zit hem vooral bij de vrouwelijke bedienden die nog altijd minder dan mannen op een bedrijfswagen hebben kunnen rekenen. In 2019 steeg het percentage vrouwelijke bedienden met een bedrijfswagen met 8,5%.” Hoe je het ook draait of keert, de bedrijfswagen valt niet zomaar te schrappen. “En misschien moet dat ook niet, als auto’s milieuvriendelijker worden en mensen bewuste keuzes voor combinaties blijven maken”, besluit Glenn Van Oevelen.

Mieke Vercruijsse