Drie op de vier Belgen willen vakantiedagen opsparen voor later

Een nieuw jaar, nieuwe vakantiedagen. Toch was het niet voor iedereen evident om alle vakantiedagen, ook deze van extra gepresteerde uren, tegen eind 2020 op te nemen. Drie op de vier Belgische werknemers zou hierin graag meer vrijheid hebben en vakantiedagen opsparen voor (veel) later. Dat blijkt uit een onderzoek van hr-dienstenbedrijf Acerta.

73% van de Belgische werknemers wil vakantiedagen of gepresteerde overuren opsparen voor later in hun loopbaan. De coronacrisis heeft er vorig jaar namelijk voor gezorgd dat heel wat werknemers, overwegend in de zorgsector dan, veel overuren gepresteerd hebben. Maar ook in andere sectoren blijkt de interesse in het opsparen van vakantiedagen groot. Heel wat werkende Belgen zaten eind 2020 namelijk nog met een overschot aan vakantiedagen. Het gevolg was dat veel werknemers die nog snel moesten opnemen, wat dan weer leidde tot operationele problemen bij bedrijven.

Grote interesse in loopbaansparen

Loopbaansparen is een mogelijke oplossing voor werknemers die door de coronacrisis heel wat overuren gepresteerd hebben of er niet in slagen om al hun extra vakantiedagen voor het einde van het jaar op te nemen. “Bedrijven kwamen eind 2020 in de problemen omdat er nog een karrenvracht aan vakantiedagen moest opgenomen worden in de laatste weken en maanden. Nogal wat werknemers waren in coronatijden en vooral in de strengste lockdownmaanden tijdelijk werkloos en in een periode van tijdelijke werkloosheid neem je geen vakantie. Voor wie kon blijven werken, was de lockdown ook geen aantrekkelijke periode om vakantie te nemen: reizen en uitstapjes waren onmogelijk, en werknemers die aan de slag bleven moesten er vaak de taken van collega’s bijnemen”, vertelt Ellen Van Grunderbeek, juridisch adviseur bij Acerta.

Al sinds 2017 laat loopbaansparen werknemers toe om extralegale verlofdagen – niet de wettelijke vakantie – en overuren en vrije glijtijduren op te sparen met de bedoeling die later in de loopbaan als vakantie op te nemen. Op die manier kunnen werknemers bijvoorbeeld langere adempauzes inlassen of iets eerder met pensioen gaan. Hoewel de maatregel al in voege is sinds 2017, kent die in de praktijk nog maar weinig navolging. Toch is er een grote belangstelling voor van de werknemers. 73% wil vrije uren of dagen opsparen voor later in de loopbaan, als dat kon bij hun werkgever. Meer dan de helft (56%) van wie geïnteresseerd is in loopbaansparen kijkt bovendien zelfs naar de veel langere termijn en wil de opgespaarde tijd gebruiken om de pensioendatum te vervroegen.

De zorgsector hinkt achterop

De regeling is nog niet mogelijk in alle sectoren. Werknemers in de zorg bijvoorbeeld, de sector die tijdens deze coronacrisis het zwaarst op de proef gesteld wordt, kunnen nog geen gebruik maken van loopbaansparen. Nochtans kan dat volgens Ellen Van Grunderbeek een belangrijke oplossing zijn voor de vele opgestapelde overuren en opgestapelde vakantiedagen van het zorgpersoneel. Het zorgpersoneel werkte in heel moeilijke omstandigheden en kreeg nauwelijks tijd om uit te rusten en vakantie te nemen. In alle sectoren geldt: om de werkuren en vrije tijd meer in balans te brengen is loopbaansparen een interessante piste. Voor werkgevers is het interessant omdat een concentratie aan afwezigheden en/of de extra kosten van het uitbetalen van overuren in crisistijden zo kan worden vermeden. In de zorg zou loopbaansparen alvast in 2021 moeten ingevoerd worde”, besluit ze.

Mieke Vercruijsse